Catarratto is een inheemse Italiaanse witte druif die groeit op Sicilië.Catarratto is het Italiaans voor overvloedig. De druif groeit dan ook over het ganse eiland. De witte wijn die het voortbrengt is een goede begeleider bij gegrilde vis en wit vlees.
Omdat ze meestal gemaakt zijn om jong te worden gedronken én minder sterk zijn. Bij rode wijnen namelijk gisten de schillen met het druivensap mee, en aan de schillen worden onder andere tannine en kleurstof onttrokken. Witte druiven echter worden meestal meteen geperst; het sap daarvan gist afzonderlijk zonder "gewapend" te worden met elementen uit de schillen.
Vergeet alle regels over wijn die u ooit hebt gehoord. Rode wijn bij rood vlees, witte wijn bij vis : eigenlijk is deze regel niet meer juist. Drink gewoon de wijn die u lekker vindt.
Twee adviezen die nog wél gelden : drink droge wijn voor zoete wijn en drink lichte wijn voor zwaardere wijn.
Zoete gerechten zijn het lekkerst met nog zoetere wijnen. Een dessert dat zoeter is dan de wijn die je erbij drinkt, zal niet lekker meer smaken. Zoek daar een lekkere zoete wijn bij, bijvoorbeeld Jurançon of Muscaat.
Hoe ouder een druivenstok, des te minder wijn hij geeft. Daartegenover geven oude stokken wel een betere kwaliteit dan jonge stokken. Hun wijn is geconcentreerder en tegelijk dieper van smaak, met meer schakeringen. Want oude stokken hebben vaak lange wortels, die diep uit de ondergrond geur- en smaakelementen naar de druiven voeren, en daarmee naar de wijn.
Tannine is looizuur. Het is een stof die voorkomt in de schillen, steeltjes en pitten van druiven. Ook neemt de wijn tannine op uit eikenhouten vaten, en soms wordt het kunstmatig toegevoegd. Tannines fungeren als conserveermiddel en zijn daarom een belangrijk ingrediënt, wil men een wijn langere tijd laten rijpen. Door een overmaat aan tannine krijgt een wijn iets hards en droogs.
Heeft een sterkere en zoetere geur dan het meeste Europese eikenhout. Het is erg in trek voor het laten rijpen van bepaalde wijnen die een iets zoetere smaak willen benadrukken. De vaten waarin de wijn rijpt geven een groot deel van het uiteindelijke aroma.
Rode wijn en porto : zeker niet warmer dan 18°C.
Rosé koel tussen 13°C en 14°C.
Witte wijn en champagne steeds koud 11°C.